MAZDA MODEL 6 2016 Handleiding (in Dutch) 

Page 651 of 850

6–24
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Overzicht van de motorruimte

Reservoir van
voorruitensproeiervloeistof
Motorolievuldop
MotoroliepeilstokAccuZekeringenblok
Dop van koelsysteem Motorkoelvloeistofreservoir
Reservoir van
voorruitensproeiervloeistof
MotorolievuldopRem/koppelingsvloeistofreservoir
MotoroliepeilstokAccu
Zekeringenblok
Dop van koelsysteem Motorkoelvloeistofreservoir
SKYACTIV-D 2.2 SKYACTIV-G 2.0 en SKYACTIV-G 2.5
Rem/koppelingsvloeistofreservoir



Page 652 of 850

6–25
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Motorolie
OPMERKING
Het verversen van de motorolie dient door een deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda reparateur te worden gedaan.
Aanbevolen olie
Voor het behouden van de onderhoudsinterval (pagina 6-4 ) en ter bescherming van de
motor tegen beschadiging door slechte smering, is het van vitaal belang gebruik te maken
van motorolie met de juiste speci¿ catie. Gebruik geen olie die niet voldoet aan de hieronder
vermelde speci¿ caties of vereisten. Gebruik van ongeschikte olie kan motorschade
veroorzaken welke niet door de Mazda garantie wordt gedekt.


Temperatuurbereik voor SAE-viscositeitgetallen
Originele Mazda Olie Ultra 5W-30
API SL/SM/SN of ACEA A3/A5 Originele Mazda Olie Supra 0W-20
Alternatieve oliekwaliteitAanbevolen olies
(Europa)
(Behalve Europa)
–30 –20 –10 0
1020 30
40
–200
2040
60
80100
–40
–40
Soort Soort
Temperatuurbereik voor SAE-viscositeitgetallen
API SG/SH/SJ/SL/SM/SN of
ILSAC GF-II/GF-III/GF-IV/GF-V
–30 –20 –10 0
1020 30
40
–200
2040
60
80100
–40
–40
SKYACTIV-G 2.0 en SKYACTIV-G 2.5
5W-30 0W-20
*1 Gebruik API SM/SN in Kazachstan.
*1



Page 653 of 850

6–26
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud

(Europa)
(Behalve Europa)
SoortTemperatuurbereik voor SAE-viscositeitgetallen
ACEA C3
–30 –20 –10 0
1020 30
40
–200
2040
60
80100
–40
–40
SKYACTIV-D 2.2
Temperatuurbereik voor SAE-viscositeitgetallen
Soort
Originele Mazda Olie Ultra DPF 5W-30 Originele Mazda Olie Supra DPF 0W-30
Alternatieve oliekwaliteitAanbevolen olies
–30 –20 –10 0
1020 30
40
–200
2040
60
80100
–40
–40
ACEA C3
5W-30 0W-30

De viscositeit van de motorolie, of dikte, is van invloed op het brandstofverbruik en op de
werking van de motor (starten en oliecirculatie) bij lage buitentemperaturen.
Motoroliesoorten met een lage viscositeit verlagen het brandstofverbruik en verbeteren de
prestaties bij lage buitentemperaturen.

Neem bij het kiezen van olie het bereik van de buitentemperaturen in acht waarbij u uw auto
tot aan de volgende olieverversingsbeurt gaat gebruiken.
Kies vervolgens aan de hand van de tabel de aanbevolen olieviscositeit.


Page 654 of 850

6–27
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
OPGELET
  Het gebruik van oliesoorten met een andere viscositeit dan welke is aanbevolen voor
de betreffende buitentemperatuur, kan beschadiging van de motor tot gevolg hebben.
 
 (SKYACTIV-D 2.2)  SKYACTIV-D 2.2 maakt gebruik van speciaal voorgeschreven olie. Controleer de
speci¿ catie in het instructieboekje. Als andere motorolie dan de voorgeschreven olie
wordt gebruikt, zal de effectieve periode van gebruik van het dieseldeeltjes¿ lter
verkort worden of bestaat de kans dat het dieseldeeltjes¿ lter beschadigd wordt.


Page 655 of 850

6–28
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
OPMERKING
(SKYACTIV-G 2.0 en SKYACTIV-G 2.5) 

 Het is bij alle motoren normaal dat onder normale rijomstandigheden olie wordt
verbruikt.
 Het is mogelijk dat het motorolieverbruik oploopt tot 0,8 liter/1.000 km. Dit kan het
gevolg zijn van verdamping, interne ventilatie of verbranding van de smerende olie in
de werkende motor. Het is mogelijk dat het olieverbruik hoger is wanneer de motor
nog nieuw is als gevolg van het inrijdingsproces. Het olieverbruik is ook afhankelijk
van het motortoerental en de motorbelasting. Onder extreme rijomstandigheden is het
mogelijk dat het olieverbruik hoger is.

(SKYACTIV-D 2.2) 

 Telkens wanneer de motorolie ververst wordt, dient de motorstuureenheid van de
auto zo spoedig mogelijk teruggesteld te worden. Anders bestaat de kans dat het
moersleutelindicatielampje of motoroliewaarschuwingslampje gaat branden. Neem
voor het terugstellen van de motorstuureenheid contact op met een deskundige
reparateur of een of¿ ciële Mazda reparateur of zie de procedure voor het terugstellen
van de motorstuureenheid op pagina 6-29 .
  Inspecteer het motoroliepeil regelmatig. Als bij het inspecteren van de motorolie
het motoroliepeil hoger is dan het “X” merkteken op de peilstok, de motorolie
verversen. Dit dient te worden uitgevoerd door een deskundige reparateur, bij voorkeur
een of¿ ciële Mazda reparateur. Inspecteer bij het verversen van de motorolie het
motoroliepeil met behulp van de oliepeilstok en vul zodanig bij dat het motoroliepeil
binnen het bereik is van MIN en MAX zoals getoond in de afbeelding.

X merkteken
MAX MIN


Page 656 of 850

6–29
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Terugstellen van de motorstuureenheid
OPMERKING
Deze procedure is bedoeld voor voertuigen met SKYACTIV-D 2.2 en voertuigen met
SKYACTIV-G 2.0 of SKYACTIV-G 2.5 waarbij de À exibele instelling voor het tijdstip
van het verversen van de motorolie is geselecteerd.
Laat na het verversen van de motorolie een reparateur zoals bijvoorbeeld een of¿ ciële
Mazda reparateur het initialiseren (terugstellen van de motoroliegegevens) van de
geregistreerde waarde uitvoeren. Als de waarde die door de computer is geregistreerd niet
wordt geïnitialiseerd, bestaat de kans dat het moersleutelindicatielampje niet uitgaat of
eerder dan normaal gaat branden.
OPMERKING
Het initialiseren (terugstellen van de motoroliegegevens) van de geregistreerde waarde
kan als volgt worden uitgevoerd:

1. Zet het contact op OFF.
2. Zet het contact op ON terwijl u de keuzeschakelaar ingedrukt houdt en blijf de
keuzeschakelaar gedurende ongeveer 5 seconden ingedrukt houden totdat het
hoofdwaarschuwingslampje
gaat knipperen. 
Keuzeschakelaar

3. Nadat het hoofdwaarschuwingslampje
enkele seconden heeft geknipperd, is de
initialisatie voltooid



Page 657 of 850

6–30
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Controle van het motoroliepeil
1. Controleer of de auto op een vlakke
ondergrond staat.
2. Laat de motor warmdraaien totdat deze
de normale bedrijfstemperatuur bereikt
heeft.
3. Zet de motor stop en wacht tenminste
5 minuten om de olie naar het carter te
laten terugvloeien.
4. Trek de peilstok naar buiten, veeg deze
schoon en steek deze weer volledig in.
SKYACTIV-G 2.0 en SKYACTIV-G
2.5


MAX
In orde
MIN

SKYACTIV-D 2.2


MIN In ordeMAX X merkteken
OPMERKING
(SKYACTIV-D 2.2)
Bij het inspecteren van het motoroliepeil
de peilstok recht naar buiten trekken,
zonder deze te draaien. Bij het weer
insteken van de peilstok deze steeds
insteken zonder te draaien, zodat het
“X” merkteken in de richting van de
voorzijde van de auto wijst.
5. Trek de peilstok weer naar buiten en
controleer het oliepeil.
Het oliepeil is normaal als dit tussen de
MIN en MAX markeringen staat.
Indien het peil in de nabijheid van of
onder MIN is, voldoende olie bijvullen
om het peil op MAX te brengen.
OPGELET
Vul niet teveel motorolie bij. Dit kan
beschadiging van de motor veroorzaken.
6. Let er op of de O-ring op de peilstok
goed op zijn plaats zit alvorens de
peilstok opnieuw in te steken.
7. Steek de peilstok volledig in.



Page 658 of 850

6–31
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Motorkoelvloeistof
Controleren van het
motorkoelvloeistofniveau
WAARSCHUWING
Geen lucifers of open vuur in de
motorruimte gebruiken. VUL GEEN
MOTORKOELVLOEISTOF BIJ
WANNEER DE MOTOR HEET IS:
Een hete motor is gevaarlijk. Als
de motor gedraaid heeft, kunnen
delen van de motorruimte bijzonder
heet worden. U kunt daardoor
brandwonden oplopen. Inspecteer
voorzichtig de motorkoelvloeistof in
het koelvloeistofreservoir, het reservoir
echter niet openen.


Stop op een veilige plaats, zet
vervolgens het contact uit en let er op
dat de ventilator niet draait alvorens te
proberen in de buurt van de
koelventilator te werken:
Werken in de buurt van de
koelventilator wanneer deze draait is
gevaarlijk. Als de motor is stopgezet
en de temperatuur in de motorruimte
hoog is, kan de ventilator gedurende
onbepaalde tijd blijven draaien.
U zou door de ventilator ernstige
verwondingen kunnen oplopen.

WAARSCHUWING
Geen van de
koelsysteemdoppen verwijderen
wanneer de motor en de radiateur heet
zijn:
Wanneer de motor en de radiateur heet
zijn, kan kokend hete koelvloeistof en
stoom onder druk naar buiten spuiten
en ernstig letsel veroorzaken.
OPMERKING
Het verversen van de koelvloeistof dient
door een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur
te worden gedaan.
Controleer de anti-vries bescherming en
het koelvloeistofniveau in het reservoir
tenminste éénmaal per jaar—aan het begin
van het winterseizoen—en alvorens naar
streken te reizen waar de temperaturen tot
onder het vriespunt kunnen dalen.

Controleer de toestand en aansluitingen
van alle slangen van het koelsysteem en
alle verwarmingsslangen.
Vernieuw eventuele uitgezette of
verouderde slangen.

De radiateur dient volledig met
koelvloeistof gevuld te zijn en het
koelvloeistofniveau dient zich tussen de F
en L streepjes op het koelvloeistofreservoir
te bevinden wanneer de motor koud is.


Page 659 of 850

6–32
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
SKYACTIV-G 2.0 en SKYACTIV-G 2.5



SKYACTIV-D 2.2



Indien het peil zich in de nabijheid van of
bij L bevindt, voldoende koelvloeistof in
het reservoir bijvullen voor beveiliging
tegen bevriezing en corrosie en het peil tot
bij F brengen.
Na het bijvullen van koelvloeistof de dop
van de koelvloeistofreservoirtank stevig
vastdraaien.
OPGELET
  Radiateurkoelvloeistof tast de laklaag
aan.
 Spoel dit bij morsen onmiddellijk af.  
 Gebruik enkel zacht
(gedemineraliseerd) water in het
koelvloeistofmengsel. Water dat
mineralen bevat doet afbreuk
aan de effectieve werking van de
koelvloeistof.
  Niet enkel water toevoegen.
Steeds bijvullen met een juist
koelvloeistofmengsel.
  De motor heeft aluminium
onderdelen en dient beschermd te
worden door een koelvloeistof op
ethyleen-glycol basis om corrosie en
bevriezing te voorkomen.
  GEBRUIK GEEN
koelvloeistofsoorten welke alcohol,
methanol, boraat of silicaat bevatten.
 Deze koelvloeistofsoorten kunnen
het koelsysteem beschadigen.
  MENG GEEN alcohol of methanol
met de koelvloeistof. Dit kan het
koelsysteem beschadigen.
  Gebruik geen oplossing die meer dan
60% antivries bevat.
 Dit vermindert de effectieve werking.


Page 660 of 850

6–33
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
OPGELET
 
 Als de aanduiding “FL22” op of in de
buurt van de koelsysteemdop wordt
aangegeven, wordt bij vervanging
van de motorkoelvloeistof gebruik
van FL-22 aanbevolen. Gebruik van
andere motorkoelvloeistof dan FL-22
kan ernstige schade aan de motor en
het koelsysteem toebrengen.



Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur
als het koelvloeistofreservoir leeg is of
u regelmatig nieuwe koelvloeistof moet
bijvullen.
Rem/koppelingsvloeistof
Controle van het niveau van de
rem/koppelingsvloeistof
WAARSCHUWING
Laat de remmen inspecteren als het
niveau van de rem/koppelingsvloeistof
laag is:
Een laag niveau van de rem/
koppelingsvloeistof is gevaarlijk.
Een laag niveau kan duiden op slijtage
van de remvoeringen of een lekkage
in het remsysteem wat weigeren
van de remmen en een ongeluk kan
veroorzaken.
Het remsysteem en de koppeling
betrekken de vloeistof van hetzelfde
reservoir.
Controleer regelmatig het vloeistofniveau
in het reservoir. Het peil dient tussen
de MAX en MIN streepjes te worden
gehouden.
Het niveau gaat naargelang het aantal
gereden kilometers toeneemt geleidelijk
omlaag. Dit is normaal en houdt
verband met de slijtage van de rem/
koppelingsvoeringen. Laat het rem/
koppelingssysteem door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur controleren, indien het
niveau buitengewoon laag is.


Page:   < prev 1-10 ... 611-620 621-630 631-640 641-650 651-660 661-670 671-680 681-690 691-700 ... 850 next >